Met goede voorbereiding kunnen paralympische atleten veilig deelnemen aan toernooien in de warmte

In aanloop naar de Olympische- en Paralympische Spelen in Tokyo (2020) zijn veel zorgen geuit over het verwachte klimaat. De voorspelling was dat dit de warmste Spelen ooit zouden worden, met een gemiddelde temperatuur van 31 graden Celsius en een hoge luchtvochtigheid. Zo’n warme, vochtige omgeving heeft een negatieve invloed op de prestatie van atleten en verhoogt het risico op hitte-gerelateerde klachten en ziekten.

Extra uitdagingen voor paralympische sporters

Dit warme klimaat maakt presteren lastiger voor alle atleten, al stuiten paralympische atleten soms op extra uitdagingen. Sommige atleten met bijvoorbeeld een dwarslaesie, cerebrale parese of een amputatie kunnen minder goed met de warmte omgaan als gevolg van hun beperking. Theoretisch lopen zij dus een hoger risico op hitteproblemen. Tot nu toe was nog niet duidelijk of paralympische atleten in de praktijk daadwerkelijk veel hitte-gerelateerde klachten zouden hebben.

Hitte-gerelateerde klachten

Daarom hebben we in dit onderzoek^[1] een vragenlijst afgenomen bij 107 paralympische atleten die deelnamen in Tokio, afkomstig uit 20 verschillende landen en 20 verschillende sportdisciplines. We hebben ook een weeranalyse uitgevoerd, waaruit bleek dat het tijdens de eerste zeven dagen van de Paralympische Spelen inderdaad erg warm en vochtig was. 21% van de deelnemende paralympische atleten gaf aan dat ze in Tokio last hadden gehad van hitte-gerelateerde klachten zoals duizeligheid, misselijkheid en kramp, maar niemand gaf aan te zijn gediagnosticeerd met een hitteziekte. Dit komt overeen met data van het Internationaal Paralympisch Comité (IPC): zij lieten ons weten dat zij 16 gevallen van oververhitting of hitteziekte hebben geregistreerd – 0,3% van het deelnemersveld.

Hoe bereiden paralympische atleten zich voor op de warmte?

Atleten kunnen zich voorbereiden op de warmte. Ze kunnen bijvoorbeeld voorafgaand aan een toernooi meerdere keren in een warm klimaat trainen, zodat het lichaam zich kan aanpassen oftewel acclimatiseren. Ze kunnen ook koelingmethoden gebruiken voorafgaand aan of tijdens de wedstrijd. Zo kunnen ze een ijs-vest dragen of een slushpuppie drinken. Naar deze methouden is veel onderzoek gedaan, maar dan vooral bij sporters zonder beperking. Wij vroegen ons af: vertaalt die kennis zich ook naar de paralympische sport?

Het antwoord is: ja. In dezelfde vragenlijst hebben we de atleten ook gevraagd hoe ze zich hebben voorbereid op de warmte in Tokio. 58% had een hitte-acclimatisatieperiode ingepland. En maar liefst 77% maakte gebruik van een koelingmethode in Tokio: met name koude handdoeken en koelpacks, koude dranken en watersprays. Deze voorbereidingsmethoden werden vooral gebruikt door atleten die in de buitenlucht in actie kwamen.

Conclusie

Ondanks het warme en vochtige weer tijdens de eerste zeven dagen van de Paralympische Spelen is geen van de respondenten gediagnosticeerd met een hitteziekte. De atleten hadden zich dan ook goed voorbereid, met behulp van hitte-acclimatisatie- en koelingtechnieken. Het goede nieuws is dus dat paralympische atleten veilig kunnen deelnemen aan sporttoernooien in de warmte, mits ze zich goed voorbereiden. Meer onderzoek naar toepassing van deze voorbereidingstechnieken bij paralympische atleten zou kunnen bijdragen aan optimalisatie van de methoden binnen deze groep.

Benieuwd naar alle resultaten? Lees het volledige onderzoek (in het Engels).